Archief Eista Werf
EISTA brochure in het Arabisch !
Onlangs hebben wij van Pro Aqua, de bekende verkoophaven van
voornamelijk Doerak motorboten te Meppel, een digitale kopie gekregen van een EISTA-brochure uit de 70-er jaren. Hierin wordt een overzicht gegeven van bijna alle Eista-schepen
uit die tijd met een Nederlandse tekst, maar ook in het Arabisch. Blijkbaar heeft EISTA Werf in die tijd ook getracht in dat taalgebied een markt te vinden.
Tot nu toe was dit gegeven volstrekt onbekend bij alle EISTA-clubs.
NB. Klik op het plaatje voor een vergroting.
Kerst-kado van Pro Aqua met veel Rogger-informatie
Het archief van EISTA Werf is rond 1980 overgenomen door Pro Aqua te Meppel, nu verkoophaven van o
.a. tweedehands Doerak motorboten. De nieuwe eigenaren hebben nu reeds een stukje van dat archief op CD-ROM laten zetten.
Op de Algemene LedenVergadering van de Rogger Motorsailer Club heeft Pro Aqua een zeer interessante
presentatie gehouden over de schepen die EISTA Werf in de loop der jaren heeft (af)gebouwd, w.o. vele plaatjes over de bouw van diverse Rogger modellen.
Op een volgende bijeenkomst nodigen wij een oud-medewerker van EISTA en/of Polymarin, die in die destijds werkzaam was bij de bouw, uit om tekst en uitleg geven bij de plaatjes
Pro Aqua heeft toestemming gegeven om de CD-ROM te kopiëren en ter beschikking te stellen aan de
betalende leden van de RMC. Ons nieuwe lid van de Trui van Bokhoven heeft de CD-ROM gedupliceerd en op 12 december 2003 verstuurd naar de RMC-leden, de contactpersonen van de Eista-site, de Banjerclub
en de Krammerclub, alsmede onze sponsor Neutmast. Ons erelid de heer Van Wassenaer wordt hierover geïnformeerd door ons lid van de Westerwindt.
Wij danken de directie en webmaster Eric van Pro Aqua voor dit prachtige Kerstgeschenk, en ons nieuwe
lid van de Trui van Bokhoven voor zijn inspanning de CD te kopiëren en te ditribueren. Wij wensen iedereen prettige Kerstdagen en een schitterend 2004 met big business en een aangenaam vaarseizoen, dat
haar hoogtepunt vindt in de Rogger-bijeenkomst op 4 en 5 september 2004 te Dordrecht.
Oproep van EISTA-clubs op Radio 2 en Wereldomroep op 30 maart 2003 Op 30 maart 2003 is de volgende tekst uitgesproken in het radioprogramma 'Adres Onbekend' van de
KRO:
"In de 60-er en 70-er jaren werden op de grootste Nederlandse jachtwerf EISTA WERF
duizenden schepen gebouwd, w.o. de stalen Doerak-motorboten en de polyester motorsailers Banjer, Rogger en Krammer. Van deze scheepstypen zijn de afgelopen jaren afzonderlijke
eigenarenclubs opgericht, die elke een eigen internet-site beheren. Om meer te weten te komen over de roemruchte historie van EISTA WERF vraagt Hans
Havers oud-werknemers en eigenaren van de hier gebouwde schepen zich te melden bij 'Adres Onbekend' of via de overkoepelende internetsite www.eista.net (Eista met een korte
ei punt net). Hans Havers dankt u."
Moge deze oproep nieuwe informatie over EISTA WERF opleveren en tevens nieuwe leden
voor onze clubs. Het resultaat zullen wij in april laten weten. Wij danken de KRO.
Bezoek Koninklijke Bibliotheek De voorzitter/'havenmeesters' van de Rogger Motorsailor Club en de Eista Club hebben vrijdag 7 maart 2003 voor de derde keer een dag in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag doorgebracht op zoek naar
aanvullende historische informatie van EISTA Werf en de aldaar (af)gebouwde schepen. Daartoe worden alle watersport-tijdschriften van 1959 t/m 1981 doorgebladerd. Alle tijdschriften van Bakboord en
Watersport, en de Waterkampioen tot 1975, zijn bekeken. Een schat aan nieuwe gegevens is vastgelegd in 10 cm kopieën. In het najaar zal voor de vierde en waarschijnlijk laatste keer een bezoek worden gebracht
aan de KB.
Dick Lefeber, ontwerper met karakter van o.a. de Rogger
In Waterkampioen nummer 4 van 1 maart 2002 staat een voortreffelijk artikel over de ontwerper van de Eista-schepen (w.o. de Rogger, de Banjer en de
Doerak), de heer Dick Lefeber. Frank Koorneef, de oprichter en 'havenmeester' van de Eista site www.eista.net,
heeft aan de hand van historische documenten en gesprekken met o.a. Baron van Wassenaer en de voorzitter van de RMC een indrukwekkend beeld gegeven van
één van de belangrijkste Nederlandse jachtontwerpers. die helaas veel te vroeg gestorven is (3 maart 2000). Nog steeds varen over de hele wereld vele duizenden schepen van zijn signatuur.
Nieuwe site www.eista.net te water gelaten  De Rogger Motorsailer Club feliciteert Frank Koorneef, de oprichter van de zojuist te water gelaten site www.eista.net . In de komende weken zullen alle hoofdstukken gevuld worden met informatie. De site is
twee-talig, Nederlands en Engels, handelt primair over de geschiedenis van de nederlandse werf EISTA, verwijst naar de drie jacht-gerichte sites www.rogger.net , www.banjer37.net en www. doerakclub.myweb.nl en besteedt aandacht aan alle andere schepen die door Eista ontworpen, (af)gebouwd en
verkocht zijn over de gehele wereld. De site is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de RMC. Wij wensen Frank veel succes met de verdere uitbouw van zijn site.
www.eista.net Na de Rogger-, de Doerak- en de Banjer-site heeft vandaag Frank Koorneef de vierde Eista-site
geregistreerd: www.eista.net . De Rogger Motorsailer Club feliciteert hem met deze eerste stap en zegt
hem alle support toe deze nieuwe loot aan de Eista-boom tot een spin in het net te maken. In de loop van het jaar zal deze site gevuld worden met algemene verhalen over Eista Werf in de
Nederlandse en Engelse taal. Tevens staan op deze site alle hyperlinks naar Eista-gerelateerde sites. Wie volgt? Er zijn nog zoveel andere typen Eista-schepen
Contact oud-directeur Stangate Marine
Een Engels lid van de Banjer Motorsailer Club is er in geslaagd de oud-directeur Mike Ingle van Stangate Marine op te sporen. Van 1982 tot 1985 werd de Rogger geproduceerd bij deze werf in Littlehampton.
Mike is nu bezig zijn oude archieven door te nemen. Over een paar weken verwachten we de eerste resultaten. Vragen als hoeveel Roggers zijn in Engeland gebouwd, waar zijn de mallen gebleven, zijn er ook
nog andere Eista-ontwerpen geproduceerd, etc. worden mogelijk binnenkort beantwoord. Een mooi voorbeeld van synergie tussen de Eista-clubs.
Werfplaat Eista
Klaas Adema is zo vriendelijk geweest de koperen werfplaat op
zijn Eista roeiboot te fotograferen. Onze dank voor deze historische bijdrage uit 1960 (zie Archief Eista Werf).
Eista-site in 2001 Frank Koorneef, eigenaar van een Doerak, heeft het plan opgevat om een internet-site op te zetten met
algemene verhalen over de geschiedenis van Eista Werf en alle schepen, die daar ontworpen en/of geproduceerd zijn.
De Eista-site kan het cement tussen die diverse Eista-schepen-sites worden. Een belangrijke ontwikkeling, waaraan de Rogger Motorsailer Club volop haar medewerking zal verlenen.
Roemrijk verleden van Eista Werf In 1959 werd de stalen roeiboot van Baron van Wassenaer gestolen, die in de Maas voor zijn huis op het
Eiland van Nederhemert lag. Kort daarvoor had hij de boedel van een failliet constructiebedrijf opgekocht. Samen met een vriend richtte hij een constructiewerkplaats in op zijn terrein om de landbouwwerktuigen
voor zijn landerijen te onderhouden. De vriend zou vele orders meenemen, maar dat bleek niet het geval te zijn. Resultaat was dat de wegen zich scheidden en dat de heer Van Wassenaer zelf aan de slag ging.Hij
kocht een bestaande roeiboot, haalde er alle tierelantijnen af, voegde een paar aardige snufjes toe, verbeterde de roei-eigenschappen en maakte het mogelijk om de boot snel en goedkoop te bouwen. In een
hengelaarsblaadje zette hij een advertentie voor de Eista Super Boot. Eista stond voor EIland STAal en de boot kostte 299 gulden. Het resultaat was dat hij bedolven werd onder de orders, met name van
verhuurbedrijven voor vissers. Oorzaak was dat naast de goede prijs/prestatie verhouding van deze boot, de vrije zaterdag was ingevoerd en veel mensen gingen vissen.
De eerste seriebouw van schepen in Nederland ging van start. De roeiboot kon in 9 uur gebouwd worden,
een bijzondere prestatie in die tijd. Uiteindelijk werden er ca. 9.000 van verkocht. De prijs was 299 gulden. Meteen werd ook een zeilboot gebouwd, die gebaseerd was op de roeiboot. Omdat Van Wassenaer
geen verstand had van zeilen, haalde hij er een oude scheepsontwerper bij die met een krijtje op de boot aangaf waar de mast, de verstaging, de leiogen, het zwaard en het roer geplaatst moesten worden. Op deze
manier ontstond een voortreffelijk zeilend bootje met afmetingen van 3, 4 en 5 meter. In totaal werden tussen de 300 en 400 zeilboten verkocht.
Door dit succes werd besloten om stalen knikspant motorboten te gaan bouwen, die op de markt kwamen
onder de namen Valiant, Arthur, Arthur Nova (9 meter) en Deep-V Jupiter; vanwege de vorm ook wel 'strijkijzers' genoemd.
Hieruit werd in 1964 de Doerak 850 ontwikkeld, gevolgd door successievelijk de Doeraks 1050, 950, 700,
750, 780, 650 en 600. Van Wassenaer bleek een feilloos gevoel voor de marktontwikkelingen te hebben: hij zag dat iedereen meer vrije tijd ging krijgen en als je de wensen van de markt zou kunnen vertalen in
een goede prijs/prestatie verhouding, een enorme ontwikkeling in de jachtbouw mogelijk moest zijn. Zijn visie was dat de Doerak moest voldoen aan de volgende eisen: een ruim interieur, een robuust uiterlijk, een
relatief lage prijs en directe levering bij verkoop. Dus werd in die tijd op voorraad gebouwd. Tevens moest er een hele serie van Doeraks worden ontwikkeld. Ontwerper Dick D.H. Lefeber werd in dienst
genomen om de visie van de baron te vertalen in een ontwerp. De Eista Werf specialiseerde zich in seriebouw en kon daardoor tegen een zeer concurrerende prijs veel boot produceren in een korte tijd.
Omdat de werf in Nederhemert-Zuid niet direct aan het water lag, werden de boten op karren gebouwd en na een korte rit over de weg te water gelaten in de Maas.
Het succes van dit 'winning team' was enorm: van 1964 tot 1982 zijn 2500 stalen Doeraks in alle soorten
en maten gebouwd. Later werden nog grotere Doeraks gebouwd onder de naam Marak. Tijdens de hoogtijdagen werden op één Hiswa-tentoonstelling 30 schepen verkocht ! De Eista Werf had op een
gegeven ogenblik, naast de vele toeleveranciers, 130 man in dienst.
Nog steeds is er een ruime vraag naar gebruikte schepen: Pro Aqua Yachting in Meppel is gespecialiseerd
in de verkoop van deze motorboten. Af en toe worden nog nieuwe Doeraks gebouwd. In 1968 werd de Doerakclub opgericht voor eigenaren van Doerak- en Marakschepen. Momenteel is het aantal leden 250.
Naast de Doerak werd in de jaren tussen 1966 en 1970 ook wat stoerdere stalen motorboten gebouwd, van
het type Tarpan in lengtes van 7.80, 8.50 en 9.50 meter plus de hydraulisch aangedreven 'Karbouw', een schip voor de verhuur.
De heer Van Wassenaer wilde de internationale markten op. Hij constateerde dat polyesterbouw
noodzakelijk was. Wat voor schip zou het moeten worden? In elk geval geen zeilschip of motorboot, omdat op deze marktsegmenten een flinke concurrentie was. Gekozen werd voor 'heavy displacement'
motorsailers, wederom met een ruim interieur, een stoer uiterlijk en goede zeewaardige eigenschappen. Ook hier zette Lefeber de visie van Van Wassenaer om in aan aantal zeer succesvolle ontwerpen. De
polyester casco's werden geheel uitbesteed bij Polyboat en later Polymarin.
In 1967 werd de Banjer, met een lengte over alles van 11.13 meter, op de Hiswa getoond. In de volgende
jaren zouden er nog 88 volgen. Opnieuw een waar succes in de Nederlandse jachtbouw. Wederverkopers werden in het buitenland aangesteld: Georg Schmeding te Emden en Lütkens te Lübeck in Duitsland, Pril te
San Raphaël in Frankrijk, prof. Amelotti in Italië, Mike Ingle van Stangate Marine te Chichester/Sussex in Engeland en de heren Benner en Tirion van Impex Enterprise te Reading/Pennsylvania in de Verenigde
Staten. Meer dan de helft van de productie werd in het buitenland afgezet. Het polyester casco van de Banjer werd in één geheel afgeleverd bij Eista Werf. Een belangrijk nadeel hiervan was dat het hele
interieur in een gesloten ruimte moest worden ingebouwd. Op deze wijze was het onmogelijk om een hoge productie te bereiken en waren de kosten te hoog. Begin 70-er jaren werd met de productie van de Banjer
gestopt.
Reden om een iets kleinere motorsailer te ontwerpen, de Rogger. Het casco van dit schip werd in twee
delen, romp en dek, gescheiden afgeleverd door Polyboat/ Polymarin. In de open romp kon het interieur worden ingebouwd, deksel er op, aan elkaar geschroefd en klaar was Kees. Vanaf 1969 kwam de werf met
een 10.50 meter op de markt in twee versies MK I en MK II, gevolgd door een 12.50 meter in 1972 en een 14 meter in 1973.
Parallel hieraan kwam nu de Tarpan motorboot in polyester op de markt met afmetingen van 8.25 en 9.30
meter en werd de polyester motorsailer Krammer 700 (1969) en verlengde Krammer 760 (1971) geïntroduceerd.
In 1974 vroeg de markt om meer ruimte in het interieur van de Rogger MK en werd de Rogger FD (Flush
Deck = bakdek) ontwikkeld in vier versies. Gelijktijdig werd de productie van de Rogger MK gestopt.
De naam Rogger ontstond in een brainstorm sessie bij Eista. Men wilde de zeewaardigheid van de schepen
benadrukken en de naam moest in navolging van stoere namen als Banjer en Krammer op -er eindigen. Uiteindelijk werd de naam ontleend aan een zandplaat in de monding van de Oosterschelde tussen
Zierikzee en Neeltje Jans, de Roggenplaat. Vanwege de wens om met -er te eindigen, werd definitief gekozen voor Rogger. Tot 1982 zijn de Roggers bij Eista Werf afgebouwd, daarna zijn de mallen naar
Stangate Marine overgegaan. Daar is een tot nu toe onbekend aantal Roggers gebouwd, waaronder een nieuw type, de Rogger 36 ketch, gebaseerd op de 10.50 meter romp. Rond 1985 werd de laatste Rogger bij
Stangate Marine geproduceerd.
Volgens de tot nu toe bekende informatie zijn in totaal tussen de 80 en 100 Roggers gebouwd, waarvan het
merendeel zich in het buitenland bevindt. Via oud-werknemers en toeleveranciers wordt getracht het juiste aantal per type te achterhalen.
In 1972 werd Eista Werf overgenomen door de Charmotte Unie (vuurvaste steen), onderdeel van het SHV
-concern. De heer Van Wassenaer richtte in 1976 Eiland Yacht Service op, een volledig jachtservice-bedrijf met het recht de Rogger te verkopen naast Eista Werf. Met als resultaat dat binnen de kortste
tijd alle Roggers, die geproduceerd werden door Eista Werf, verkocht werden door Eiland Yacht Service. Het bedrijf wilde uitbreiden met een jachthaven in Hedel. Dit project is echter nooit gerealiseerd. Rond
1980 hield Eiland Yacht Service op te bestaan.
Samenvattend kan men stellen dat door het opheffen van de Eista Werf een stukje roemrijk verleden op
het gebied van Nederlandse jachtbouw werd afgesloten met namen als Doerak, Marak, Tarpan, Krammer, Banjer en Rogger, geïnitieerd door de visie van de Baron van Wassenaer op het Eiland van Nederhemert en
vormgegeven door Dick Lefeber.
Dit historisch overzicht is tot stand gekomen in aangename gesprekken met de heren van Wassenaer en Lefeber. Waarvoor mijn dank.
M.E.L. Baron van Wassenaer erelid RMC
De heer Van Wassenaer, destijds directeur-eigenaar van de zeer succesvolle Eista Werf, is tot ons grote
genoegen ingegaan op ons verzoek om erelid van de Rogger Motorsailer Club te worden. De voorzitter heeft hem de clubvlag overhandigd.
Maurits baron van Wassenaer in de Waterkampioen van 7 januari 2000
In de eerste Waterkampioen van het nieuwe millennium wordt uitgebreid aandacht besteed aan de heer Van Wassenaer. Zoals u
allen weet, is hij de oprichter/directeur/eigenaar geweest van Eista Werf, de meest succesvolle werf in de Nederlandse
jachtbouw. Niet zo lang geleden is hij 70 jaar geworden en wordt met deze terugblik op een waardige manier geëerd voor zijn succesvolle ondernemerschap.
Een koffer vol Eista-historie
Onlangs heeft de voorzitter een bezoek aan M.E.L. Baron van Wassenaer gebracht en hem formeel erelid van de Rogger Motorsailer Club gemaakt door de clubvlag te overhandigen. De heer Van Wassenaer en
zijn echtgenote hebben deze geste zeer op prijs gesteld. Tijdens het bezoek heeft hij ons blij verrast met een koffer vol foto's en folders van nagenoeg alle Eista
schepen. Wij hebben toegezegd de inhoud te inventariseren per scheepstype en alle formele Eista clubs
een set met relevante documentatie te overhandigen voor het archief. Vanzelfsprekend zal de koffer met een volledige set worden geretourneerd aan de gulle gever. Onze dank.
'Boerende baron bouwt betaalbare boten'
Op 10 februari 2001 stond in het Brabants Dagblad een bijzonder aardig en interessant verhaal over
de oud-directeur/eigenaar van Eista Werf, Baron van Wassenaer. Met dank aan het Branbants Dagblad vindt u hieronder het voortreffelijke artikel van journaliste Celine Rutten.
Een herinnering die altijd helder is gebleven: Op een dag had mijn moeder besloten dat het Perzisch tapijt
uit de ridderzaal geklopt moest worden. Dus dat gebeurde. De ridderzaal was ongeveer tien bij twintig
en dat kleed reikte bijna van wand tot wand." Om het eruit te krijgen kwamen mannen van de boerderij
eerst met een vierspan dikke Belgische trekpaarden de trappen op en het bordes over. Toen moesten ze de
hal door en de gang, waarna die vier paarden dat kleed naar buiten sleepten. In de beukenlaan was een
boom van de hooiwagen tussen twee stammen gehangen. Daar ging dat kleed over en toen hebben mannen met dorsvlegels een paar weken lang op dat tapijt geslagen. Er zat van tweehonderd jaar zand in. Baron
Maurits van Wassenaer woont nu in een vriendelijk huis in Nederhemert-Zuid. Het staat in de schaduw
van zijn ouderlijk kasteel dat sinds een brand aan het eind van de oorlog een van de belangrijkste ruïnes is van het Nederlands Nationaal Erfgoed. Sinds vorige week is het zeker dat de restauratie, waarover al
tientallen jaren wordt gepraat, definitief doorgaat.
Het geslacht Van Wassenaer bestaat precies achthonderd jaar en - heel bijzonder - is na al die eeuwen
nog steeds springlevend met een tak in Den Haag en een in Nederhemert. Het wel en wee van de familie
wordt deze week nog in het Historisch Museum in Den Haag getoond. Maar het is een tentoonstelling waarbij het een streven lijkt om de kleurigheden uit de geschiedenis van de familie zo veel mogelijk vaal
te poetsen. Zo is er tussen alle degelijke familieportretten en oorkondes niet het geringste plekje voor de
muzikale talenten van Unico van Wassenaer, die in de achttiende eeuw werken heeft gecomponeerd die tot
voor kort aan Pergolesi waren toegeschreven. En al helemaal niets is er over de ongekend grote vraatzucht
van Jan Gerrit die drie eeuwen terug zoveel eend had gegeten dat hij al brakend een heftige pijn voelde
en een dag later aan een gescheurde slokdarm overleed. Deze slokdarm heeft zijn behandelend geneesheer faam bezorgd: het verschijnsel heet tot op de dag van vandaag het 'Syndroom van Boerhaave'.
Van Wassenaer heeft veel belangrijk gevonden in zijn leven, echter niet zijn titel. Ik denk er eigenlijk
pas de laatste jaren over na. Op aandringen van mijn kinderen ben ik lid geworden van de Ridderschap van
Gelderland. Adel... Ik zei vroeger tegen mijn kinderen: 'Je kunt wel baron of barones zijn, maar pas als je
je ernaar gedraagt kun je er trots op zijn'." Een van zijn vrienden, Hein Terwindt: Adel... Maurits zit
stikvol met adel. Op het laatst van zijn carrière was hij manager van het proefdierenstation van de Rotterdamse universiteit. Daar moest alles gereorganiseerd worden, daar moest heel diep worden gesneden
. Daar heerste een onbeschrijfelijke sfeer. Zijn voorganger was eerst geslagen, toen boven een trapgat
gehangen en met de dood bedreigd. Daar in Rotterdam is na zijn aantreden geen onvertogen woord meer
gevallen, geen enkel kritisch geluid gehoord van de vakbond. Ontslaan kun je alleen goed doen als het heel
erg netjes en vooral menselijk gebeurt en Maurits blijft gewoon mens, een zuiver mens. Ik denk dat dat adel is."
Mevrouw Van Wassenaer lacht. Ik weet nog dat mijn man vroeger onder de kinderen tegen het eind van
het jaar van die kleine agendaatjes uitdeelde die bedrijven rondsturen. Kon je op het eerste blaadje
behalve je naam en adres ook je bloedgroep invullen. Had een van de kinderen geschreven: 'blauw'."Â We
zitten in een serre met uitzicht op eerst een laan vol oude eiken en daarachter, tussen veel craquelé van kale takken,het schimmige en vooral mysterieuze silhouet van het kasteel in verval.
De vader van Maurits heette Jaap. Hij moet op het kasteel eenzaam zijn geweest: Ernst, zijn vader was
weduwnaar die vooral schitterde door afwezigheid. Verder woonde er een stoet gouvernantes die kwam en
ging. Op een gegeven moment was er een buitengewoon geëmancipeerde vrouw avant la lettre aangesteld om het Frans van de jongere kinderen bij te schaven: een Italiaanse die aan een Franse universiteit was
afgestudeerd. Binnen een week had Jaap haar ten huwelijk gevraagd. Maurits werd hun oudste zoon. Op
dat eilandje rond het kasteel konden gebruiken, gewoontes en culturen lang in stand blijven. Uitsluitend
kennissen en vrienden van buiten vonden het voorhistorisch als 'de oude baron Jaap' de landarbeiders, die
op hun knieën in de klei tussen de aardappels werkten, begroette met 'Goeiemorgoelien' wat stond voor 'Goede morgen goede lieden'.
In het familiealbum zijn foto's die het interieur van het kasteel van voor de oorlog tonen, met Empire
meubelen en schitterende kasten. Nadat de Duitsers het in de oorlog hadden bezet, was er alleen nog
maar het Chinese porselein te redden dat na overvloedige maaltijden door de ramen tussen de struiken werd gegooid. En ook zijn antieke kastdeuren teruggevonden. Die waren gebruikt om de loopgraven achter
de dijk te versterken. Hoe erg de Duitsers in het kasteel hadden huisgehouden weet uiteindelijk niemand,
want toen ze waren vertrokken brak er brand uit. Er was niemand om die te blussen. Het kasteel heeft een week staan branden. In 1958 verkocht de familie de ruïne aan de staat.
Maurits en zijn vrouw Nadine kennen elkaar al sinds ze heel kleine kinderen waren. Volgens de
familieverhalen logeerde Maurits dikwijls in Vlijmen bij de familie Mommersteeg, de ouders van Nadine,
omdat dat dichter bij school was. De huidige barones had een flinke hekel aan de logé en als ze samen op
de tandem naar school gingen zette zij haar voeten op de stang en ging haar huiswerk nog eens rustig over
kijken. De baron bromt en aan zijn stem hoor je dat hij dat al heel vaak en met niet aflatend lief
genoegen heeft gedaan: En dan liet je je jas heel wijd uitbollen zodat ik ook nog eens extra tegenwind had."
De baron werd boer. Er waren melkkoeien en die vond ik niks, maar dat wilde mijn vader." Maar ik had
ook een grasdrogerij om hoogwaardig veevoer te fabriceren, waar veel meer eiwit in zat dan in gewoon
hooi. Dat liep prachtig. Maar net toen ik een bijzonder slimme machine had aangekocht waarmee je uit gras een soort extract kon maken waarmee ik wilde aanhaken op de toen allesoverheersende rage om
overal chlorofyl in te stoppen, brandde de boel af."
Na een taaie en niet aflatende strijd met zijn vader en nadat hij serieus de agrarische mogelijkheden in
Ierland, Canada en Zuid-Afrika had overwogen, erkende zijn vader hem eindelijk als zijn deskundige meerdere. Hij kon het melkvee aan de kant doen om pinken in te kopen. Van Wassenaer: Die bracht ik dan
weer naar de veemarkt als ze hoogdrachtige vaarzen waren. Dat was een buitengewoon goede handel,
totdat het idee door teveel anderen werd nageaapt en de room eraf was." Net in die tijd wilde mijn vrouw
graag in Engeland een paar New Forest pony's gaan kopen. Die dieren waren hier toen nog helemaal
onbekend. Ik kreeg een helder idee, ben de laatste lichting vaarzen gaan verkopen, heb 'nee' gezegd op de
vraag: 'Mijnheer de baron, koopt u vandaag nieuwe pinken?', en ben mee afgereisd naar Engeland. We
kwamen terug met 40 merries en twee hengsten en binnen een jaar hadden we een schitterende fokkerij."
Hun vrienden is het beeld van al die halfwilde, vrijlopende pony's in de weilanden van Nederhemert altijd
bijgebleven. Deze tijd viel ongeveer samen met de bouw van de eerste roeibootjes, die Van Wassenaer nationale en internationale faam als scheepsbouwer zouden bezorgen.
Ik had een constructiewerkplaatsje gekocht dat anders failliet zou gaan. Bij de overname waren veel
opdrachten beloofd, die bij nader inzien helemaal niet bleken te bestaan." Toen werd het roeibootje van
de familie gestolen en dat bootje kon niet worden gemist omdat een van de kinderen als therapie na
kinderverlamming iedere dag moest roeien. Ik dacht: ik zal zelf wel een nieuw bootje maken. Toen het af
was, wilde iedereen zo'n roeiboot." Mijn oudste zoon Dirk was toen zeven jaar. Hij deed de proefvaarten
en was ook de verkoper. De prijs was 299 gulden en wat heel handig was: je kon ze opstapelen, waardoor
het vervoer nogal makkelijk was." Het maken van de roeibootjes liep uit: eerst werd een stal verbouwd,
toen nog een en opeens bestond de Eista-werf. Er verschenen koppen in de krant: 'Boerende baron bouwt
betaalbare boten'. Het succes van de beroemde series kajuitboten (met namen als Banjer, Rogger en
vooral de Doerak die zo ongeveer wereldberoemd is geworden) ging van start. Een succes dat zo eclatant
was dat de Eista-werf op een gegeven moment de allergrootste stand op de Hiswa nodig had en Van Wassenaer zo'n prominente rol ging spelen, dat hij jarenlang voorzitter van deze beurs is geweest. Van
Wassenaer werd ook wel mr. Doerak genoemd, en ook: 'de verzinner en bouwer van de populairste motorboot van Nederland'.
De scheepjes hebben nu nog steeds een ijzersterke reputatie. Hein Terwindt, die zelf een Rogger heeft:
Eigenaars van die boten vormen nu allemaal clubs. Laatst meldde zich trots een nieuw lid uit Papua Nieuw
Guinea bij de Rogger Club." En: Maurits heeft iets, dat uniek is. Of het nou een pink is, of een pony of
een schip, hij kan altijd zien of de vorm goed is. Hij heeft een onnavolgbaar talent voor kwaliteit."
Lara woont in Amsterdam. Ze is restaurateur van schilderijen en ze is ook de jongste van de zeven
kinderen Van Wassenaer. Ze zegt: Ons gezin is heel hecht en ook vol verschillen. Ik scheel zestien jaar
met Dirk. Die groten hebben de glorietijd van de werf nog meegemaakt; toen ik klein was, was dat al een
beetje voorbij. Maar nee, de grote trots van Pappie is niet de werf, maar het gezin. Dat al die kinderen
gezond zijn, dat ze allemaal gelukkig zijn. Pappie praat ook altijd over 'mijn club'." Mijn oudste
broertjes gingen naar kostschool in Oss en dan ging mijn grootvader ze soms halen met de auto, dat vond
hij leuk. Wat mijn ouders niet wisten, was dat hij ze dan terug naar huis liet rijden, terwijl ze nog maar
amper over het stuur heen konden kijken." Lara: Maar het werd steeds minder op die scholen, het toezicht viel steeds meer weg. Op een keer belde een van mijn broers op dat hij in het weekeinde
onmogelijk naar huis kon komen omdat hij moest studeren. Zag mijn moeder hem de volgende dag langs de
weg staan met een bordje 'Amsterdam' in zijn hand. Dat was voor ons het einde van de kostscholen en
vanaf die dag is mijn moeder gaan rijden: iedere dag alle kinderen naar diverse scholen in Vught."
Mijn ouders zijn altijd zo zichzelf geweest, ze zijn gewoon zoals ze zijn. Kwam mijn moeder mij ophalen in
Vught, stond ze daar tussen de couturepakjes en de handtasjes in een oude regenjas en in laarzen met klompen klei eraan. Toen ik klein was hadden we 67 paarden, geiten, kippen, schapen, hamsters,
kanariepieten en zebravinken. Dan waren er ook nog zeven kinderen en mijn moeder deed dat allemaal zelf."
In Waalwijk woont Bertus Nijboer. Hij is al jarenlang drijver tijdens de jachtdagen van de familie. Die
jachten zal ik nooit laten schieten. Die zijn zo bijzonder. Daar gaat het niet om zoveel hazen, zoveel
konijnen, wat telt is de gezelligheid. Al die kinderen gingen vroeger mee en ik moest op ze passen. Dan
sliep ik soms niet van de zenuwen, maar ik stopte mijn zakken vol met chocola en dan zei ik: als jullie
netjes in de linie blijven, mag je snoep komen halen." Ik dacht dat ik daar vanaf was nu ze allemaal
volwassen zijn, maar ze komen allemaal weer terug met hun eigen kinderen en die hebben namen, nou die
moet ik vijf keer horen wil ik die onthouden." Een keer in december was er een dik pak sneeuw gevallen en
ik stond met de kinderen ver weg onder een boom te kleumen om op de jagers te wachten. Zei ik: 'Kom, we
gaan zingen' en toen klonk 'Stille Nacht' zo mooi over die besneeuwde velden." Op die dagen bleef de
baron thuis, nadat hij jaren en jaren terug een schot hagel in zijn gezicht had gekregen. Van Wassenaer:
Daarna ging het niet meer. Ik schoot altijd mis, kwam dood- en doodmoe thuis, alleen van de spanning."
De oliecrisis en de opkomst van het polyester leidde het einde van de Eista-werf in: in 1974 werd zij
overgenomen door de Chamotte-unie. In die tijd begon Van Wassenaer aan zijn meest ambitieuze plan: een
drijvend recreatie-oord in Hedel. Een plan dat hem uiteindelijk, na heel veel problemen met de overheid,
tot de rand van het faillissement heeft gebracht. Van Wassenaer achteraf: Maar niet lang getreurd. Na
een paar weken was ik al benoemd tot directeur van het proefdierenbedrijf in Rotterdam." Lara: In die
moeilijke tijden kwam hij soms 's-avonds thuis, zette rock-and-rollmuziek op en ging dan met mij, of met een van mijn zusjes dansen."
De heer en mevrouw Van Wassenaer kijken elkaar aan en hebben het even over allerlei soorten van geluk.
Dan: Het mooiste geluk was er misschien wel toen we hier woonden met alleen een agregaatje om wat
elektriciteit op te wekken. Geen stromend water, wel petroleumlampen, de groententuin en met van alles in
hokken. Als er vrienden kwamen slachtte je een kip of een konijn. En al die kinderen die kwamen... ja, als je het over het mooiste geluk hebt, dan was dat toen".
Naam: Baron Maurits van Wassenaer / Leeftijd: 71 jaar / Beroep: agrarier, jachtbouwer en
bedrijfsadviseur / wat anderen zeggen: Christophe de Jongh, zoon van heel nabije vrienden die de barones en baron mam Was en pap Was noemt: De families zijn twee keer samen met vakantie geweest.
Die reizen naar Elba koester ik nog steeds als pareltjes in het geheugen. Pap Was had altijd iets heel
spannends bij zich, een onderwaterharpoen, of een boot die zichzelf kon opblazen." Christophe de Jongh
opnieuw: Wat mij zo fascineerde was het ondernemerschap in pap Was. Hij had een idee en dat werd
uitgevoerd. Zo simpel was dat." Lara van Wassenaer: Pappie kon geen ei bakken, maar hij maakt de sla. Hij
zit aan het hoofd van de tafel, krijgt de olie en azijn aangereikt, want hij heeft een tijdje in Italië
gewoond, hij weet dus hoe je sla aan moet maken." Bertus Nijboer: De barones maakte tijdens de jacht
erwtensoep, die was zo lekker, daar at ik zoveel van dat ik daarna niet meer vooruit was te krijgen. Er
was een keer brand in het huis, ik ging kijken, zag de vlammen en ik kon alleen maar denken: 'Oei, god, daar gaat mijn erwtensoep'."
Dick Lefeber overleden
Op 3 maart 2000 is volkomen onverwacht de ontwerper van de Rogger, Dick Lefeber, overleden. Afgelopen zomer nog heeft de voorzitter, in een aangename sfeer, uitgebreid met hem gesproken over zijn
grote staat van dienst bij Eista Werf. Hij heeft in de jaren 60 en 70 zeer vele jachten ontworpen, waaronder de zeer succesvolle stalen Doerak motorboten en de polyester motorsailers Banjer en Rogger.
Tot zijn plotselinge overlijden is hij actief geweest als ontwerper. Een van de belangrijkste jachtontwerpers in Nederland heengegaan.
Ons medeleven gaat uit naar zijn vrouw en naaste familie; wij wensen hen veel sterkte toe om dit grote verlies te dragen.
Rogger motorboot ?! In 1999 heeft Termeer Yachting een stalen motorboot op de Nederlandse markt gebracht die de naam Rogger draagt, maar niets met de Roggers van Eista Werf te maken heeft. Internet-adres: www.termeer.nl/rogger.htm
|